De Hoge Raad oordeelt dat het gebruik van snelwegcamera’s een systematische inbreuk vormt op het recht op privacy. Deze inmenging in het privéleven moet berusten op een naar behoren bekend gemaakt wettelijk voorschrift waaruit de burger met voldoende precisie kan opmaken welke op zijn privéleven betrekking hebbende gegevens met het oog op de vervulling van een bepaalde overheidstaak kunnen worden verzameld en vastgelegd, en onder welke voorwaarden die gegevens met dat doel kunnen worden bewerkt, bewaard en gebruikt. Er is niet één wettelijke bepaling die de inspecteur een voldoende precieze grondslag verschaft voor de gevolgde handelwijze. Daarom mag de Belastingdienst de foto’s niet gebruiken om daarop naheffingsaanslagen te baseren.
Let op: De zaak is voor deze werknemer niet afgelopen. Een andere rechter gaat opnieuw de rittenadministratie beoordelen, ditmaal zonder de foto’s van de snelwegcamera’s die de Belastingdienst immers niet meer mag gebruiken voor de bewijsvoering.