Beoordeling belang ex-werkgever
Het belang van de ex-werkgever bij handhaving van het concurrentiebeding is volgens de rechter evident. De andere opdrachtgever is een directe concurrent voor zover het betreft de markt voor bedrijfsmakelaardij in de regio. Beide bedrijven houden kantoor in dezelfde plaats en hebben vergelijkbaar vastgoed in de portefeuille. Verder is aannemelijk dat de junior tijdens zijn dienstverband inzage heeft gehad in veel concurrentiegevoelige informatie. Het gaat daarbij onder meer om tarieven, een in de loop der tijd opgebouwde databank over de markt voor bedrijfsvastgoed in de regio, kennis over het netwerk van de ex-werkgever en diens strategie om dat te behouden en uit te breiden, informatie over toekomstige ontwikkelingen, de einddatum van lopende huurcontracten, en alle in het verleden gemaakte taxatierapporten. Die kennis heeft de junior voornamelijk verworven doordat hij daarvoor gedurende 1,5 jaar de kans en de gelegenheid heeft gekregen bij de ex-werkgever. Deze informatie is in de zeer concurrerende makelaarsmarkt van groot belang, zeker nu er veel aanbieders zijn en het erom gaat de concurrentie altijd net voor te zijn. Het moge duidelijk zijn dat de ex-werkgever er alles aan is gelegen deze informatie en kennis binnen zijn onderneming te houden. Juist daarvoor is het concurrentiebeding aangegaan. Door de start van de junior bij de nieuwe opdrachtgever wordt de concurrentiepositie van de ex-werkgever geschaad.
De ex-werkgever heeft dus een gerechtvaardigd belang bij instandhouding van het beding. Van oneigenlijk gebruik van het beding omdat de ex-werkgever teleurgesteld zou zijn over het vertrek van de junior is naar het oordeel van de rechter geen sprake. Dat de ex-werkgever de junior met enige achterdocht volgt, is wel begrijpelijk gezien de ontdekking dat hij voor vertrek alle bedrijfsgegevens heeft gedownload.
Beoordeling belang bedrijfsmakelaar
Tegenover het belang van de ex-werkgever staat het belang van de junior om niet te worden beperkt in zijn recht op vrije arbeidskeuze. Bij de weging daarvan speelt een rol dat hij gelet op zijn opleidings- en werkniveau het beding zal zijn aangegaan. Ook is relevant dat hij zelf zijn arbeidsovereenkomst wilde beëindigen. Volgens hem zou de overstap voor hem een aanzienlijke positieverbetering inhouden, maar dat kan de rechter niet eenvoudig vaststellen. De junior is nu immers werkzaam als zelfstandige en het ontvangen maandelijks bedrag is dan weliswaar hoger dan zijn maandsalaris was, maar voorziet niet in aanspraak op werknemersverzekeringen of opbouw van pensioenrechten. Ook ontving hij bij de ex-werkgever aanzienlijke bedragen aan bonus, voor het jaar 2021 ruim € 48.000,- bruto.
De junior voert ook aan dat het onredelijk is dat handhaving van het beding betekent dat hij op dit moment alleen buiten de regio zou kunnen solliciteren, waar hij weinig kans maakt omdat hij daar niet over het voor een makelaar vereiste netwerk beschikt. Ook dit argument wordt gepasseerd; het opbouwen van een netwerk in een nieuwe regio zal weliswaar lastig zijn maar niet onmogelijk. Bovendien geldt hier opnieuw dat hij bewust getekend heeft voor het beding en heeft het beding nog maar een beperkte looptijd.
Oordeel rechter
De junior dient het concurrentiebeding te respecteren en mag niet werkzaam voor of betrokken zijn bij nieuwe opdrachten voor zover het werk betrekking heeft op onroerend goed in de regio. Ook moet de junior de inmiddels verbeurde boetes, een bedrag van € 5.500, aan de ex-werkgever voldoen.
Let op: Deze zaak is een mooi voorbeeld van hoe een concurrentiebeding kan werken zoals het bedoeld is. De junior kan pas na een jaar weer in de regio aan de slag. Waarschijnlijk is zijn informatie over het bedrijf van de ex-werkgever dan helaas nog steeds waardevol.