Oordeel rechtbank
De Holding -BV was vijf jaar voor de schenking gerechtigd tot 95,05% van de onderneming van dochter-BV A en tot 20% van de onderneming van dochter-BV B.
Deze gerechtigdheid was ten tijde van de schenking gestegen tot 100% van de bezittingen en schulden van dochter-BV A en 33,3% van de bezittingen en schulden van dochter-BV B.
Tot het verschil van 4,95% van de onderneming van dochter-BV A en 13,3% van de onderneming van dochter-BV B was de holding ten tijde van de schenking nog geen vijf jaar gerechtigd.
Dit betekent dat voor die gedeelten van 4,95% respectievelijk 13,3% niet is voldaan aan de vijfjaarseis. Daarom is de BOR op deze uitbreiding niet van toepassing.
Let op: In deze zaak ging het om uitbreiding van aandelenbezit in dochter-BV’s die zelf een onderneming hadden. Dat is volgens de rechtbank iets anders dan vergroten van het ondernemingsvermogen zelf door verwerving van activa en passiva. Als bij u bedrijfsopvolging gaat spelen, neem dan tijdig contact met ons op. We adviseren u graag.