Volgens werkgever heeft werknemer in de periode waarin hij aangaf volledig ziek en tot niets in staat te zijn, gewoon gewerkt door verschillende activiteiten te verrichten. De activiteiten staan opgesomd in de ontslagbrief. Het gaat om een lezing, een bijeenkomst, een gesprek met de gemeente, een huldiging en toespraak, twee lezingen in België en het geven van gastlessen.
Volgens de werknemer heeft hij deze activiteiten gemeld bij de bedrijfsarts. Ze waren bedoeld ter bevordering van zijn gezondheid en zijn herstel. Hij moest immers activiteiten ondernemen waar hij energie van kreeg. Van liegen en daarmee een dringende reden voor een ontslag op staande voet is dus geen sprake geweest.
De kantonrechter vindt dat de door werknemer ontplooide activiteiten wel degelijk vragen oproepen, zeker nu deze ook deels in België hebben plaatsgehad.
Werknemer komt echter met een e-mail van de bedrijfsarts, waarin deze vermeldt dat werknemer naar hem toe open is geweest over zijn ziekte en activiteiten en dat het pertinent onjuist is dat werknemer hem zou hebben voorgelogen. Werkgever plaatst vraagtekens bij deze e-mail. De afspraak waar deze mail uit zou voortvloeien, heeft immers volgens de arbodienst niet plaatsgevonden.
Dan weet de kantonrechter het ook niet meer. Het staat hiermee dus niet vast dat werknemer zich zieker heeft voorgedaan dan dat hij was en dus heeft gelogen over zijn gezondheidssituatie. De werkgever krijgt de opdracht dat alsnog te bewijzen.
Tip: Activiteiten van een volledig arbeidsongeschikte werknemer kunnen vragen oproepen. Voor ontslag op staande voet is nodig dat de werkgever deze vragen beantwoordt met hard bewijs.