De voorzitter voert als verweer aan dat hem geen verwijt kan worden gemaakt. Hij heeft de functie slechts als vriendendienst aanvaard en heeft geen verstand van de zorgwereld. Hij vertrouwde op de directeur. Er zijn geen bestuursvergaderingen geweest. Hij wist niet wie de boekhouding deed en heeft nooit financiële stukken opgevraagd. Hij wist dus ook niets van financiële problemen bij de stichting.
Deze stellingen werken averechts. Volgens de rechtbank is de tijdelijke voorzitter nalatig geweest om zich als bestuurder zelfstandig en gedocumenteerd op de hoogte te laten houden van het reilen en zeilen en van de financiële positie van de Stichting. Daardoor kon hij geen tijdige melding betalingsonmacht (laten) doen. De aansprakelijkstelling is terecht.
Tip: Bestuurder zijn van een rechtspersoon brengt aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden met zich mee. Zorg dat u weet wat er speelt en houd uw eigen positie daarbij scherp in beeld.